top of page

Binnen of buiten?

Het is een waar dilemma voor veel kattenpersoneel: laat ik de kat buiten of niet? Ik zit er deze dagen zelf ook mee te worstelen, hoewel ondertussen een van mijn katten dan maar de beslissing in mijn plaats heeft genomen. Dit keer gaat de blog dus niet over mijn logeetjes, maar wel over een van “de groten”. Hoewel Musti (waarover het hier gaat) ook wel nog steeds de bijnaam heeft van “de kleine bange witte muis”. Jawel, we hebben het nog steeds over een kat.

Een greep uit de argumenten:

Je woont aan een erg drukke baan. Dan lijkt het voor de hand te liggen om de kat binnen te houden. Of toch niet? Een alternatieve optie kan zijn om je tuin catproof af te sluiten (daar bestaan creatieve oplossingen voor, zoals te zien op dit filmpje. Of je kan een grote kattenren – een soort volière - in je tuin installeren (google even op afbeeldingen voor cat outdoor enclosures voor inspiratie). Dit soort oplossingen bestaat ook voor balkons. Op deze manier kan de kat toch een frisse neus halen (nu ja, als het buiten ooit nog eens fris wordt tenminste) en tegelijk veilig blijven. Dezelfde oplossing kan je gebruiken als je vlakbij een kattenhater woont.

Wanneer je op een appartement woont, dan zit er meestal niets anders op dan de kat binnen te houden. Is dat een probleem? Mensen denken wel eens “dan mag je geen kater hebben, want die zal alles ondersproeien”. Even een paar misverstanden rond binnenkatten uit de weg ruimen:

  • Een binnenkat kan best heel gelukkig zijn. Maar... dan moet je natuurlijk ervoor zorgen dat ze binnen alles vindt wat haar kattenhartje begeert. En daar schort het wel eens. Vandaar dat een van mijn lezingen precies gaat over “het territorium van de kat”, dat wil zeggen: wat heeft de kat nodig om happy te zijn? Dat gaat dus over veel meer dan een voedings- en drinkbakje en een kattenbak. Een krabpaal erbij en alles is opgelost? Tja, eigenlijk komt er toch best wat meer bij kijken, maar dat zou ons hier te ver leiden.
  • En als je een kattin hebt genomen, denkende dat enkel katers sproeien, dan zou je wel eens voor verrassingen komen te staan. Het is correct dat (niet gecastreerde) katers extra veel sproeien om territorium te markeren en om mooie dames aan te trekken. Maar sproeien is heel vaak ook een uiting van stress ... en dat kan natuurlijk ook bij poezen voorkomen of bij gecastreerde katers.
  • Het belangrijkste risico voor een binnenkat is ... rara ... verveling! Er zijn nl. geen muisjes om te vangen. Een oplossing kan erin bestaan dat je dagelijks voor je naar het werk vertrekt 10 muisjes loslaat in huis. Dan heeft de kat wel haar bezigheid. Hoezo, dat zie je niet zitten? Oké, er bestaan ook wel een paar goeie alternatieven hoor, voerpuzzels bijvoorbeeld. Of, een vriendje voorzien, zeker voor kittens: samen is veel leuker dan alleen. En een beetje “buiten” naar binnen halen: speeltjes uit de natuur zoals dennenappeltjes of een veer van een duif, zullen zeker enthousiast onthaald worden. Laat je creativiteit de vrije loop en vergeet niet: een ongelukkige, gefrustreerde kat kan allerhande gedragsproblemen gaan vertonen en dat wil je echt voorkomen.
  • Ook leuk voor de kat is om te zorgen dat ze naar buiten kan kijken, bv. door een knus plekje te voorzien op de vensterbank. Of een hoge krabpaal vlak voor het raam.
  • Pas het menu aan. Een binnenkat heeft minder beweging dan een kat die dagelijks buiten op avontuur gaat en haar territorium bewaakt. En dus riskeer je al snel een Garfield in huis te hebben. Dat levert wel leuke filmpjes op, maar het is vooral erg ongezond voor de kat. Een speciale voeding voor binnenkatten kan helpen. Maar het belangrijkste blijft natuurlijk om de juiste portie te voorzien.
  • En last but not least, zorg voor een katveilige omgeving. Let op met bv. giftige planten in huis, elektrische kabels, kiepramen (dodelijk!) en alles wat valt onder “buiten het bereik van kinderen houden”.

Heb je het geluk om net als ik in een doodlopende straat in een rustige, katvriendelijke buurt te wonen, dan is er geen enkel probleem, toch? Je installeert een kattenluikje, de kat kan gewoon buiten en iedereen is happy. Dat denk je dan... Ook hier ligt de zaak spijtig genoeg wel ietsje complexer. Behalve verkeer (in mijn geval hoogstens één auto per tien minuten ...) zijn er buiten nog andere gevaren en bronnen van stress. Met stip op nr. 1: andere katten uit de buurt!

  • Katten zijn zeer territoriaal, dus al jij een nieuwe kat in je tuin loslaat, dan zal die een territorium moeten gaan “veroveren”. Of omgekeerd: als je al vijf jaar een kat hebt en plots komt er een nieuwe kat bij de buren wonen, dan kan het best zijn dat je kat plots helemaal over haar toeren gaat.
  • Overweeg je om een kattenluikje te installeren, kies dan voor eentje met een ingebouwde chiplezer. Jij doet toch ook de voordeur op slot zodat er niet plots vreemde mensen in je keuken staan. Je kat vindt het ook niet leuk dat de buur ongevraagd binnenkomt.
  • Overigens valt over dat luikje nog wel een en ander te vertellen, daar had ik het al over in een eerdere aflevering van mijn blog.
  • En dan is er de stress voor het baasje: elke keer weer bang afwachten of de kat nog terug thuiskomt. Of ze niet ergens opgesloten zit, of opgejaagd is door een hond en verloren gelopen, of 1001 andere rampscenario’s die door je hoofd gaan, elke keer als je de kat roept en ze niet onmiddellijk tevoorschijn komt.

Om terug te komen op die “kleine witte muis”, da’s dus ook zo’n speciaal geval. Normaal komt die elke avond braaf binnen voor het eten, om vervolgens ’s nachts mee op mijn bedje ‘dodo’ te doen en te knuffelen. Maar bij deze temperaturen heeft mevrouw beslist dat ze ’s nachts liever kampeert. Toegegeven, om 21u ’s avonds is het dezer dagen buiten meestal aangenamer dan binnen. En dus is ze met geen stokken binnen te krijgen. Eh, voor je de dierenbescherming belt, ik heb niet met stokken geprobeerd... Ten einde raad krijgt ze nu haar eten buiten voor de deur. Zo weet ik tenminste dat ze met een goed gevuld buikje gaat kamperen. En ik hoop dat als de hitte voorbij is, dat ze dan ooit nog wel eens ’s nachts mee op mijn bedje komt slapen.

Een compromis kan erin bestaan om de kat binnen te houden en enkel “aan de lijn” uit te laten. Kan dat? Ja, dat kan. Maar dat moet je dan wel heel erg geleidelijk aanleren, en – behoudens uitzonderingen – zal een kat je ook niet zomaar volgen als een hond. Katten hebben geen baas, katten hebben personeel. Ze verwachten dus dat het personeel hén volgt. Maar mits de juiste aanpak, kan dat voor een binnenkat echt wel leuke afwisseling zijn.

Zo, daarmee hoop ik alvast een paar vragen beantwoord te hebben. Volgende keer heb ik wellicht weer een verhaaltje over logeetjes. Want zodra Myra en Martha een gouden mandje hebben gevonden, zijn er alweer 4 andere die staan te trappelen om mijn logeerkamer te komen verkennen. Volgens de laatste berichten staat de teller van dierenasiel Canina voor dit seizoen ondertussen op 168 kittens! En we zijn nauwelijks in de helft van het seizoen... Dus voor alle fans van kittenverhaaltjes en -fotootjes, die komen er zeker nog aan.

bottom of page